In de jaren '50 is de ontwikkeling van de telefonie begonnen. Het leek eerst nog op een walkietalkie systeem, waarbij men "Over!"moest zeggen en een receptioniste de centrale verbinding omschakelde.In de jaren '70 ontstonden de autotelefoonnetwerken. De netwerken gebruikten aanvankelijk frequenties van ca. 150 MHz, later ca. 450 MHz en tenslotte ca. 950 MHz. De netwerken waren analoog; er werd gebruikgemaakt van frequentiemodelatie en iedereen met een simpele ontvanger kon meeluisteren.
Vanaf 1980-1993 zijn er zogeheten ATF ontwikkelingen geweest. Dit waren netwerken met een beperkt aantal abonneehouders simpelweg omdat er niet meer ruimte op het netwerk was.
Vanaf 1993 is het GSM netwerk ontstaan. Dit netwerk gebruiken wij heden ten dage nog steeds. Hierdoor is de mobiele telefoon niet meer weg te denken uit ons straat beeld. We kunnen nu overal en altijd bereikbaar zijn. Verder wordt de mobiele telefoon allang niet meer gebruikt voor bellen en smsen alleen. Je kan er foto's mee maken, MP3's op beluisteren en sinds kort kun je er zelfs tegen een goede prijs mee internetten.
Geschreven door: Anne-Roos Hogerwerf